Wat maakte Japan zo bijzonder ten opzichte van de andere landen die sterk veranderde door de Europeanen?

De Europeanen waren in de 19e eeuw al vaak op ontdekkingsreis geweest naar China en Japan. Dat was voornamelijk voor handelszaken. Maar toen het modern imperialisme ook Noord-Oost Azië trof, moesten China en Japan zich gedwongen openstellen voor de nieuwe regels van de Europeanen. De landen werden allebei in bezit genomen. De ontwikkeling van de landen liep erg verschillend. China viel ten prooi aan de Europeanen waar de interne politieke stagnatie niet buiten viel. Terwijl China op deze manier sterk veranderde lukte het Japan om zich in een hoog tempo economisch en militair afstand te doen van Europa. Het land bleef op eigen kracht doorgaan. En dat had een reden.

Het oude Japan

Japan had in zijn vroege jaren weinig contacten van buitenaf. China was één van die weinigen. De landen hadden invloed op elkaar. Zo nam Japan o.a. het verbouwen van rijst en het weven van stoffen over van China. Ook de godsdiensten speelden een rol. Japan maakte kennis met het Boeddisme. Dit had grote gevolgen voor de oude cultuur en godsdiensten. Deze oude cultuur heette het shintoïsme. Hierbij draaide het om de natuur en voorouders. Maar door het Boeddisme ging de bevolking zich bezig houden met de kwesties van goed en kwaad.

Het kijzerrijk

Japan was een echt keizerrijk. Het eerste keizerrijk, zo´n 400 na Christus, werd bestuurd volgens de normale tradities. De keizer had alle macht en werd door het hele volk aanbeden. Maar dit veranderde rond de 19e eeuw. Delen van het land werden bestuurd door de ´Samoerai´.

Een samourai krijger trekt ten strijden.

Dit was een groep krijgers die de taak hadden om het land te beschermen. Zij kregen steeds meer te zeggen in Japan. Doordat de koning zo afhankelijk werd, nam zijn invloed af. In theorie had hij alleen nog zijn naam. Japan werd een chaos. De verschillende oorlogen, de Samourai en ook nog de plotselinge komst van de Europeanen werd de keizer te veel.

Europa naar Japan

In de loop van de 16e eeuw waren het de Portugezen die als eersten naar Japan gingen. Ze waren opzoek naar nieuwe handelsproducten. Later wilden ze het Christendom verspreiden. Dat ging vaak onder dwang. Dit was iets wat de keizer absoluut niet wilde. Hij verbood in 1642 het Christendom en alle buitenlandse contacten. China én Nederland waren de enige twee landen die nog mochten handelen met Japan. Het onderhandelen gebeurde in een baai op een afgelegen eilandje genaamd Deshima. Hier stond een handelspost van de Nederlanders. Tot 1854 was dit het enige contact met het westen. In dat jaar dwongen de Amerikaanse legers de Japanners het verbod op te zeggen zodat ze weer vrij mochten handelen met Japan. De keizer legde zich hier bij neer. Hij begreep dat hij geen kans maakte en dat zijn land zou veranderen.

Japan moderniseert

De Japanse keizer vond een manier om niet in de handen te vallen van eht westen. Hij besloot dat Japan moest moderniseren. Zo begon in de loop van de 19e eeuw de industrie en nijverheid op gang te komen. Ook door buitenlandse hulp verbeterde en ontwikkelde Japan zich. Met een sterk leger trok Japan naar China. Het lukte om Korea en het eiland Taiwan te veroveren. Ze versloegen zelfs een tijdje later het jaloerse Rusland dat Korea wilde. Dit bewijst wat voor een machtig land Japan werd en nu nog steeds is.