De verovering van Azie
Al in de 16e eeuw kwamen de Nederlanders, Engelsen en Fransen naar Azië. Ze veroverden hier landen. De landen die ze veroverden noem je koloniën. Ze haalden uit die koloniën allerlei specerijen waarin ze konden handelen. Voor het handelen stonden er handelsposten in de koloniën. In deze handelsposten werd de handel gedreven.
Nederlands-Indië
Sinds 1602 handelde de Verenigde Oost-Indische Compagnie (afgekort VOC) met Azië. Ze hadden grote stukken van het eiland Java in hun macht. Toen de VOC failliet ging kreeg de Nederlandse staat Java in zijn macht. Ze noemden deze delen Nederlands-Indië. Dit land was deel van het koninkrijk der Nederlanden. Uit Nederlands-Indië haalden de Nederlanders veel grondstoffen. Waar ze vooral in geïnteresseerd waren, waren grondstoffen als rubber, tin en aardolie. Ze probeerde de eindproducten hiervan aan de Indische bevolking te verkopen.
Het lichte gebied is van Nederlands-Indië
Een gouverneur-generaal bestuurde Nederlands-Indië, hij werd hierbij geholpen door Nederlandse ambtenaren. De mensen en vorsten in Nederlands-Indië zelf hadden niet zoveel macht. Nederland kreeg alle macht door oorlog te voeren en door korte verklaringen. Korte verklaringen waren verklaringen die de Indonesische vorsten moesten tekenen. Ze moesten hierin verklaren het Nederlandse gezag te aanvaarden, de regels van het Nederlandse bestuur te zullen volgen en geen zelfstandige buitenlandse politiek meer te voeren. Veel Indonesische vorsten tekenden dit zodat er geen oorlog zou ontstaan. Ondanks deze korte verklaringen waren de Nederlanders toch niet echt goed voor de Javaanse boeren. De Javaanse boeren waren namelijk verplicht om een deel van hun oogst af te staan. Ook moesten ze verplicht hun zogenaamde cultures – producten als koffie, tabak en suiker- aan Nederland en hun regent (vorst in Nederlands-Indië) afstaan. Dit noem je het Cultuurstelsel. Dit stelsel hadden de Nederlanders ingevoerd omdat ze geld nodig hadden. Ze wilden dat Nederlands-Indië een winstgevend gebied was. Het enige nadeel aan het Cultuurstelsel was dat de Javaanse boeren helemaal uitgebuid werden. Ze moesten zoveel afstaan dat ze niet eens genoeg voor zichzelf en hun familie hadden. Maar niemand deed hier iets aan. Eduard Douwes Dekker was een bestuursambtenaar in Nederlands-Indië. Hij zag wel in dat de Javaanse boeren werden uitgebuit en afgeperst door hun regent. Hij probeerde hier iets tegen te doen maar niemand was bereid om hem te helpen. Eduard nam ontslag en begon een boek te schrijven over hoe slecht de Javaanse boeren werden behandeld genaamd Max Havelaar.
In 1870 zagen de liberalen dat het Cultuurstelsel niet langer meer kon en namen ze de Agrarische wet aan. Dit betekende dat ondernemers de ongebruikte grond, pachten of rijstvelden van de boeren moesten huren.
Engeland in Azië
Het gekleurde gebied (geel en rood) is Brits-Indië
De Engels koloniën lagen in India. Ze noemden dit Brits-Indië. Brits-Indië bestond uit het tegenwoordige India, Pakistan, Bangladesh, Myanmar en Sri Lanka. In het begin had de Engelse Oost-Indische Compagnie (een soort van VOC in Nederland) dit gebied in hun macht maar in 1858 nam de Britse regering dit over. Ze haalden hier vooral katoen, jute, thee en indigo (een blauwe kleurstof). Zij verkochten, net als Nederland, ook hun eindproducten aan de bevolking van Brits-Indië
Frankrijk in Azië
Het deel dat Frankrijk in Azië in bezit had was vooral in het zuidoosten van Azië. De kolonie beston uit Laos, Cambodja en Vietnam. In 1887 werd dit Frans Indo-China. Rubber en rijst waren de belangrijkste exportproducten. Maar in Frans Indo-China verkocht Frankrijk ook hun eigen producten uit eigen land. Ze bouwden ook spoorwegen, havens en plantages in Frans Indo-China en moderniseerden zo het gebied.
Maak jouw eigen website met JouwWeb